- doorkomen
- {{doorkomen}}{{/term}}1 [zijn, haar weg nemen; ten einde brengen] passer2 [door iets heen dringen] percer♦voorbeelden:1 de tijd doorkomen • passer le tempser is geen doorkomen aan • on n'en voit pas la fin2 de berichten die doorkomen zijn slecht • les nouvelles qui parviennent sont mauvaiseshaar kiezen komen door • ses dents percentde zon komt door • le soleil perce (à travers les nuages)de menigte was zo groot, dat er geen doorkomen aan was • la foule était si dense qu'on ne pouvait pas s'y frayer un passage¶ dat radiostation komt goed door • on reçoit bien cette station radiophonique
Deens-Russisch woordenboek. 2015.